
Kolenbranderweg Toegangspoort Stepelerveld (foto 1988)
Deze markante en monumentale toegangspoort aan de Kolenbranderweg markeert het begin van de lange oprijlaan naar boerderij Het Stepelerveld in Stepelo. De poort staat aan de noordkant van de N18, zo’n 150 meter voor de toegang van camping Stepelerven. Boerderij Het Stepelerveld, gelegen aan de Stepelerveld 50, werd in 1928 gebouwd in opdracht van Hendrik Jan Engelbert (Hennie) van Heek (1864-1930), die samen met zijn broer Helmig, directeur was van de Boekelosche Stoombleekerij. Hij liet de toen eigentijdse veeboerderij bouwen voor zijn jongste zoon Engelbert Hendrik Karel Julius (Ebs) van Heek (1902-1979). Boerderij en poort zijn sinds 1997 Rijksmonument.
Een tweede leven
De toegangspoort dateert niet uit 1928, maar begon toen op deze locatie een tweede leven. Zo’n 25 jaar geleden werd me verteld dat de poort afkomstig zou zijn van ‘Honselaarsdijk’, het voormalige 17eeeuwse jachtslot van Oranjeprins Frederik Hendrik, gelegen bij Honselersdijk, vlakbij Naaldwijk. Dit bleek echter niet te kloppen, maar de verteller zat er niet ver naast. De poort stond oorspronkelijk bij een wat jonger landhuis in Loosduinen genaamd Oud Rosenburg. Het is bijzonder welke reis dit monument gemaakt heeft en hoe het uiteindelijk via Enschede naar Haaksbergen kwam.
Oud Rosenburg in Loosduinen
Oud Rosenburg (ook wel Oud Rozenburg genoemd) is een achttiende-eeuwse buitenplaats en gelijknamig landgoed in Loosduinen, dat tegenwoordig een stadsdeel van Den Haag is. Rosenburg is nu tevens de naam van de buurt waarin het goed is gelegen. Het huis werd gebouwd in 1775 door de Haagse schepen Mr. Johan François van Byemont, die van 1781 tot 1783 burgemeester van de Hofstad zou zijn. Na de familie Van Byemont werd de buitenplaats bewoond door leden van het regentengeslacht Hooft. Door vererving kwamen het landhuis en de landerijen aan een lid van het adellijk geslacht Quarles. In januari 1895 verkocht de laatste particuliere eigenaar, jonkheer Louis Pierre Quarles van Ufford (1853-1904), hoogheemraad van Delfland, de buitenplaats en het landgoed (totaal 60 ha) aan het Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen, een voorloper van de huidige gebruiker, de Parnassia Groep. In hetzelfde jaar 1895 kwamen op Oud-Rosenburg ook de toegangspoorten en het kunstig smeedijzeren hekwerk, dat als verbinding tussen de poorten had gediend, onder de hamer.
Abraham Ledeboer
Textielfabrikant Abraham (Bram) Ledeboer (1877-1966), firmant bij Van Heek en Co. te Enschede, heeft er voor gezorgd dat de poorten en hekken van Rosenburg naar Twente kwamen. Ledeboer bewoonde (de inmiddels verdwenen) villa Het Wageler aan de Hengelosestraat, waar nu het Ledeboerpark is. Vanwege zijn grote interesse voor historie, die hij al op jonge leeftijd had, reisde hij in de eerste helft van 1895 naar Loosduinen, waar de bewuste veiling werd gehouden op het landgoed Oud Rosenburg. Daar kocht hij drie oude poorten en het kunstig smeedijzeren hekwerk. In een speciaal afgehuurde trein liet hij alles naar Enschede brengen, waar het werd opgeslagen op het fabrieksterrein van Van Heek & Co. Hier kreeg het een grote opknapbeurt en werd de bestemming bepaald. Ledeboer kocht echter eind 1895 op een openbare verkoop eveneens een monumentale poort met hekwerken van graaf van Rechteren Limpurg van buitenplaats Rozenhof te Dordrecht. Deze imposante poort met op de zuilen een fronton met adelaar was in 1885 vervaardigd door architect en aannemer J.N. Reus. Uit correspondentie tussen Ledeboer en de Dordtse notaris, die in opdracht van de graaf handelde, blijkt dat de poort en bijbehorende hekken bij de spoorwegen waren afgeleverd ter transport naar Enschede.
Bestemming
De imposante poort met de adelaars werd opgesteld aan het begin van de oprijlaan naar ‘Het Wageler’, de villa van Ledeboer, aan de noordkant van de Hengelosestraat, tussen de Boddenkampsingel en de Universiteit Twente. De familie Ledeboer schonk ‘Het Wageler’ inclusief park in 1956 aan de gemeente Enschede, onder voorwaarde dat de villa zou worden afgebroken. Het park kreeg de naam Abraham Ledeboerpark, vernoemd naar de zoon van Bram Ledeboer, eveneens Abraham (Bram) geheten, die in de oorlog in het concentratiekamp Neuengamme om het leven was gekomen. Tot nu toe werd aangenomen dat de poort van het Ledeboerpark afkomstig zou zijn uit Loosduinen. Recent onderzoek, gepubliceerd in het cultuurhistorisch magazine ‘Dordrecht Monumentaal’, maakt het zeer aannemelijk dat deze poort afkomstig is van de buitenplaats Rozenhof te Dordrecht.
Twee van de drie poorten van Oud Rosenburg verkocht Ledeboer aan de eerder genoemde H.J.E. (Hennie) van Heek van de Boekelosche Stoombleekerij. Van Heek stelde de twee poorten omstreeks 1900 op aan de voor- en achterkant van zijn buitenplaats Het Teesink in Boekelo. Waar de derde poort is gebleven is nu met het recente onderzoek uit Dordrecht onduidelijk. Het grootste deel van het hekwerk van Oud Rosenburg werd geplaatst bij de in 1895 gebouwde villa Ledeboer aan de Molenstraat 1, op de hoek met de Deurningerstraat. Deze villa werd gebouwd in opdracht van de vader van Ledeboer, eveneens een Abraham (Bram) Ledeboer. Vanaf de jaren ’20 tot de jaren ’50 van de 20eeeuw werd deze villa verhuurd aan Jac. Kleiboer, waarna de villa ook bekend werd als ‘villa Kleiboer’. Kleiboer hield hier een pension en werd bekend als organisator van evenementen. Later werd hij de eigenaar van het pand. In 1971 was de gemeente Enschede eigenaar geworden. Een jaar later werd het pand gesloopt. Het oude hekwerk staat tegenwoordig in het Wooldrikspark.
Van Teesink naar het Stepelerveld
Hennie van Heek was, zoals gezegd, eigenaar van het Stepelerveld, de modelboerderij die hij in 1928 liet bouwen voor zijn zoon Ebs van Heek. Deze trouwde in dat jaar met Elisabeth Emma (Emmy) Koek (1901-1979), dochter van dominee Jacob Koek, predikant van de Stiftskerk in Weerselo. Zij was de zus van ‘dokter’ Koek, de huisarts van Boekelo. In de weken dat het jonggetrouwde stel op huwelijksreis was, werd de poort voor de achteringang van ‘Het Teesink’ in Boekelo afgebroken en na restauratie weer opgebouwd op Het Stepelerveld. Vanaf de Kolenbranderweg markeert deze sindsdien het begin van de lange fraaie oprijlaan naar de boerderij.
Villa Het Teesink werd ruim een halve eeuw geleden gesloopt. Nadat het landgoed in bouwpercelen was verkocht werd de tweede poort, die stond aan de voorkant van de buitenplaats, herplaatst ‘op Teesinkgrond’ bij de toegangsweg van een bungalow aan de Landsteinerlaan 12 in Boekelo.
Bronnen:
-Klaas Jan Uildriks, ‘Hollandse adelaars streken neer in Enschede; herkomst aan veel Enschedeërs onbekend’, in : ’n Sliepsteen nr. 43 (1995) 3-5.
-Jan Willem Boezeman, ‘De toegangspoorten van het Abraham Ledeboerpark’, in: ’n Sliepsteen nr. 159 (2024) 16-18 en eveneens onder de titel ‘Toegangspoort Rozenhof teruggevonden’ in het magazine Dordrecht Monumentaal.
-J.G. (Gerard) Hofste op Bruinink, ‘Herkomst toegangspoorten’, in: Aold Hoksebarge nr. 4 van 1998 pag. 2092-2094.
MIP-fotoserie
Het Monumenten Inventarisatie Project

Kolenbranderweg Toegangspoort Stepelerveld (foto 1988)
Deze markante en monumentale toegangspoort aan de Kolenbranderweg markeert het begin van de lange oprijlaan naar boerderij Het Stepelerveld in Stepelo. De poort staat aan de noordkant van de N18, zo’n 150 meter voor de toegang van camping Stepelerven. Boerderij Het Stepelerveld, gelegen aan de Stepelerveld 50, werd in 1928 gebouwd in opdracht van Hendrik Jan Engelbert (Hennie) van Heek (1864-1930), die samen met zijn broer Helmig, directeur was van de Boekelosche Stoombleekerij. Hij liet de toen eigentijdse veeboerderij bouwen voor zijn jongste zoon Engelbert Hendrik Karel Julius (Ebs) van Heek (1902-1979). Boerderij en poort zijn sinds 1997 Rijksmonument.
Een tweede leven
De toegangspoort dateert niet uit 1928, maar begon toen op deze locatie een tweede leven. Zo’n 25 jaar geleden werd me verteld dat de poort afkomstig zou zijn van ‘Honselaarsdijk’, het voormalige 17eeeuwse jachtslot van Oranjeprins Frederik Hendrik, gelegen bij Honselersdijk, vlakbij Naaldwijk. Dit bleek echter niet te kloppen, maar de verteller zat er niet ver naast. De poort stond oorspronkelijk bij een wat jonger landhuis in Loosduinen genaamd Oud Rosenburg. Het is bijzonder welke reis dit monument gemaakt heeft en hoe het uiteindelijk via Enschede naar Haaksbergen kwam.
Oud Rosenburg in Loosduinen
Oud Rosenburg (ook wel Oud Rozenburg genoemd) is een achttiende-eeuwse buitenplaats en gelijknamig landgoed in Loosduinen, dat tegenwoordig een stadsdeel van Den Haag is. Rosenburg is nu tevens de naam van de buurt waarin het goed is gelegen. Het huis werd gebouwd in 1775 door de Haagse schepen Mr. Johan François van Byemont, die van 1781 tot 1783 burgemeester van de Hofstad zou zijn. Na de familie Van Byemont werd de buitenplaats bewoond door leden van het regentengeslacht Hooft. Door vererving kwamen het landhuis en de landerijen aan een lid van het adellijk geslacht Quarles. In januari 1895 verkocht de laatste particuliere eigenaar, jonkheer Louis Pierre Quarles van Ufford (1853-1904), hoogheemraad van Delfland, de buitenplaats en het landgoed (totaal 60 ha) aan het Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen, een voorloper van de huidige gebruiker, de Parnassia Groep. In hetzelfde jaar 1895 kwamen op Oud-Rosenburg ook de toegangspoorten en het kunstig smeedijzeren hekwerk, dat als verbinding tussen de poorten had gediend, onder de hamer.
Abraham Ledeboer
Textielfabrikant Abraham (Bram) Ledeboer (1877-1966), firmant bij Van Heek en Co. te Enschede, heeft er voor gezorgd dat de poorten en hekken van Rosenburg naar Twente kwamen. Ledeboer bewoonde (de inmiddels verdwenen) villa Het Wageler aan de Hengelosestraat, waar nu het Ledeboerpark is. Vanwege zijn grote interesse voor historie, die hij al op jonge leeftijd had, reisde hij in de eerste helft van 1895 naar Loosduinen, waar de bewuste veiling werd gehouden op het landgoed Oud Rosenburg. Daar kocht hij drie oude poorten en het kunstig smeedijzeren hekwerk. In een speciaal afgehuurde trein liet hij alles naar Enschede brengen, waar het werd opgeslagen op het fabrieksterrein van Van Heek & Co. Hier kreeg het een grote opknapbeurt en werd de bestemming bepaald. Ledeboer kocht echter eind 1895 op een openbare verkoop eveneens een monumentale poort met hekwerken van graaf van Rechteren Limpurg van buitenplaats Rozenhof te Dordrecht. Deze imposante poort met op de zuilen een fronton met adelaar was in 1885 vervaardigd door architect en aannemer J.N. Reus. Uit correspondentie tussen Ledeboer en de Dordtse notaris, die in opdracht van de graaf handelde, blijkt dat de poort en bijbehorende hekken bij de spoorwegen waren afgeleverd ter transport naar Enschede.
Bestemming
De imposante poort met de adelaars werd opgesteld aan het begin van de oprijlaan naar ‘Het Wageler’, de villa van Ledeboer, aan de noordkant van de Hengelosestraat, tussen de Boddenkampsingel en de Universiteit Twente. De familie Ledeboer schonk ‘Het Wageler’ inclusief park in 1956 aan de gemeente Enschede, onder voorwaarde dat de villa zou worden afgebroken. Het park kreeg de naam Abraham Ledeboerpark, vernoemd naar de zoon van Bram Ledeboer, eveneens Abraham (Bram) geheten, die in de oorlog in het concentratiekamp Neuengamme om het leven was gekomen. Tot nu toe werd aangenomen dat de poort van het Ledeboerpark afkomstig zou zijn uit Loosduinen. Recent onderzoek, gepubliceerd in het cultuurhistorisch magazine ‘Dordrecht Monumentaal’, maakt het zeer aannemelijk dat deze poort afkomstig is van de buitenplaats Rozenhof te Dordrecht.
Twee van de drie poorten van Oud Rosenburg verkocht Ledeboer aan de eerder genoemde H.J.E. (Hennie) van Heek van de Boekelosche Stoombleekerij. Van Heek stelde de twee poorten omstreeks 1900 op aan de voor- en achterkant van zijn buitenplaats Het Teesink in Boekelo. Waar de derde poort is gebleven is nu met het recente onderzoek uit Dordrecht onduidelijk. Het grootste deel van het hekwerk van Oud Rosenburg werd geplaatst bij de in 1895 gebouwde villa Ledeboer aan de Molenstraat 1, op de hoek met de Deurningerstraat. Deze villa werd gebouwd in opdracht van de vader van Ledeboer, eveneens een Abraham (Bram) Ledeboer. Vanaf de jaren ’20 tot de jaren ’50 van de 20eeeuw werd deze villa verhuurd aan Jac. Kleiboer, waarna de villa ook bekend werd als ‘villa Kleiboer’. Kleiboer hield hier een pension en werd bekend als organisator van evenementen. Later werd hij de eigenaar van het pand. In 1971 was de gemeente Enschede eigenaar geworden. Een jaar later werd het pand gesloopt. Het oude hekwerk staat tegenwoordig in het Wooldrikspark.
Van Teesink naar het Stepelerveld
Hennie van Heek was, zoals gezegd, eigenaar van het Stepelerveld, de modelboerderij die hij in 1928 liet bouwen voor zijn zoon Ebs van Heek. Deze trouwde in dat jaar met Elisabeth Emma (Emmy) Koek (1901-1979), dochter van dominee Jacob Koek, predikant van de Stiftskerk in Weerselo. Zij was de zus van ‘dokter’ Koek, de huisarts van Boekelo. In de weken dat het jonggetrouwde stel op huwelijksreis was, werd de poort voor de achteringang van ‘Het Teesink’ in Boekelo afgebroken en na restauratie weer opgebouwd op Het Stepelerveld. Vanaf de Kolenbranderweg markeert deze sindsdien het begin van de lange fraaie oprijlaan naar de boerderij.
Villa Het Teesink werd ruim een halve eeuw geleden gesloopt. Nadat het landgoed in bouwpercelen was verkocht werd de tweede poort, die stond aan de voorkant van de buitenplaats, herplaatst ‘op Teesinkgrond’ bij de toegangsweg van een bungalow aan de Landsteinerlaan 12 in Boekelo.
Bronnen:
-Klaas Jan Uildriks, ‘Hollandse adelaars streken neer in Enschede; herkomst aan veel Enschedeërs onbekend’, in : ’n Sliepsteen nr. 43 (1995) 3-5.
-Jan Willem Boezeman, ‘De toegangspoorten van het Abraham Ledeboerpark’, in: ’n Sliepsteen nr. 159 (2024) 16-18 en eveneens onder de titel ‘Toegangspoort Rozenhof teruggevonden’ in het magazine Dordrecht Monumentaal.
-J.G. (Gerard) Hofste op Bruinink, ‘Herkomst toegangspoorten’, in: Aold Hoksebarge nr. 4 van 1998 pag. 2092-2094.
MIP-fotoserie
Het Monumenten Inventarisatie Project