Spoorstraat 22 en 24 Voormalig Hotel de Moriaan (foto 1987)
Ooit vormden Spoorstraat 22 en 24 samen het gerenommeerde hotel De Moriaan van de familie Eijsink. Nog altijd is dit een fraai beeldversterkend pand in de Spoorstraat, op de hoek met de Blankenburgerstraat. Het hotel, waarvan de gevel in 1987 nog redelijk origineel was, werd in deze omvang zo rond 1895 gebouwd.
In 1987 was in het rechterdeel de speelgoedwinkel van Annie Strengers nog net open. Een jaar later zou Intertoys hier een winkel openen. Op nummer 24 was toen keurslagerij Jan Mensing gevestigd.
Hotel De Moriaan
In 1808 kocht Gerhardus Eijsink uit Haaksbergen het zogenaamde Mantenshuis op de hoek van de huidige Spoorstraat met de Blankenburgerstraat. Het pand werd ingericht als logement. Het kreeg aanvankelijk de naam ‘De Keizerskroon’, later ‘De Moriaan’. Volgens het archief van de familie Eijsink werd hotel De Moriaan in 1816 in gebruik genomen. Na 1850 kwamen ook twee naast staande panden in de Spoorstraat in het bezit van Eijsink, waarvan het meest linker pand werd ingericht als koetshuis en stalhouderij. Het andere pand werd samen met het oude logement, het Mantenshuis, verbouwd zodat het steeds meer de allure van een respectabel hotel kreeg.
Eijsink generatie I als hotelhouder
Gerhardus (Gerhard) Eijsink (1767-1833) was in 1796 gehuwd met Gerharda Maria (Gerharda) Wiedenbroek (1764-1825). Zij kregen elf kinderen, waarvan er vijf volwassen werden. Opvolger in het hotel werd zoon Gerhardus Johannes Eijsink, geboren in 1808.
Eijsink generatie II als hotelhouder
Hotelhouder Gerhardus Johannes Eijsink (1808-1884) huwde in 1831 met Geertrui Schuurmans (1805-1837) van Hotel Stad Munster in Winterswijk. Na haar overlijden hertrouwde Eijsink in 1839 met haar zuster Helena Schuurmans (1812-1859). Uit het eerste huwelijk werden vier kinderen geboren, waarvan alleen drie dochters volwassen werden. Nazaten uit dit huwelijk zijn de Ottinks van café Ottink (nu Zeezicht). Het tweede huwelijk telde negen kinderen. Deze werden volwassen, maar drie dochters en een zoon overleden ongehuwd en op jonge leeftijd. De oudste zoon Bernard Eijsink werd door zijn huwelijk boer op het erve Kagelink in Diepenheim (Markvelde). De tweede zoon Floris werd de opvolger in het hotel en Gerard, zoon nummer drie, werd priester.
Na het overlijden van zijn tweede vrouw hertrouwde GJ Eijsink voor de derde keer. Dit keer met de weduwe Gerharda Oostendorp. Zij was eerder gehuwd met Hermanus Horstink, landbouwer op het erve Roossink (bekend van de schaapskooi!) in de buurschap Honesch. Beide huwelijken van Gerharda waren kinderloos. GJ Eijsink overleefde ook zijn derde vrouw. In 1869 werd hij voor de derde keer weduwnaar. GJ Eijsink was van 1851 tot zijn dood in 1884 wethouder van Haaksbergen.
Eijsink generatie III als hotelhouder
Florentinus Rudolphus Christianus (Floris sr.) Eijsink (1841-1913) volgde zijn vader op als logement- of hotelhouder op ‘de Moriaan’. Hij huwde in 1877 met Wilhelmina M.E. Böckers (1856-1880) uit Heek (Westfalen). Zij kregen een dochtertje dat al na negen maanden overleed. Na het overlijden van zijn vrouw in 1880 hertrouwde Floris in 1882 met Aleida M.G. (Aleida) Westerman (1849-1908) uit Lichtenvoorde. Uit dit laatste huwelijk werden zes kinderen geboren, drie jongens en drie meisjes, maar hiervan werden er maar twee volwassen: Mine (1886) en Floris jr (1893). Mine Eijsink huwde in 1913 met Leo ten Brink. Deze was manufacturier en oprichter van de Wollenstoffenfabriek in Haaksbergen. Na het overlijden van Leo in 1924 hertrouwde Mina in 1927 met diens broer Hugo ten Brink. Hugo was koopman en vanaf 1918 directeur van de Wollenstoffenfabriek, een textielfabriek die stond op de plek van de TKF. Ook Floris sr. overleefde zijn vrouwen. Vanaf 1908 was hij voor de tweede keer weduwnaar. Floris sr. was directeur van het Pancratius-kerkkoor en vele jaren gemeenteraadslid. Hij overleed in 1913. Als hotelhouder werd hij opgevolgd door Floris jr.
Eijsink generatie IV als hotelhouder en sluiting hotel
F.R. (Floris Richardus) Eijsink alias Floris jr. (1893-1982), volgde zijn vader aanvankelijk op als hotelhouder op de Moriaan. Vader en zoon waren cultureel onderlegd. In ieder geval was Floris sr. lid van de Rederijkerskamer De Vijfhoek. Sinds 1887 had de vereniging onderdak gekregen in hotel De Moriaan, waar voldoende ruimte was voor een toneel. Wekelijks waren er zogenaamde oefenvergaderingen en maandelijks voordracht- en toneelavonden voor leden en genodigden.
In 1916 huwde Floris jr. met Adéle Berentelg uit Mettingen. Floris jr. zou in de horeca niet gelukkig worden. Samen met zijn zwager Ten Brink, gehuwd met zijn zuster Mine Eijsink, richtte hij in 1916 de Wollenstoffenfabriek op (op de locatie waar nu de TKF staat). Een succes werd deze onderneming niet. In 1922 viel het doek. In 1918 was hotel De Moriaan reeds gesloten. Het echtpaar Eijsink vertrok toen naar Osnabrück en vestigde zich uiteindelijk in Deventer, waar Floris en zijn vrouw een manufacturenzaak begonnen. Floris en Adéle kregen zeven kinderen. De oudste drie werden in Haaksbergen geboren, waarvan de jongste na drie maanden geleefd te hebben in 1920 overleed. De jongste vier kinderen werden elders geboren.
Het voormalige hotel De Moriaan werd in de periode 1919-1927 in drie delen werd verkocht. Als eerste kreeg het hoekpand (rechts op de foto) in 1919 een nieuwe eigenaar, namelijk de familie Konings uit Winterswijk. Later had Annie Strengers hier haar galanterie- en speelgoedzaak. Tot 2020 was hier de winkel van Intertoys gevestigd. Het linkerdeel van het hotel werd in 1925 door slager Brummelhuis gekocht en kapper Klunder kocht enkele jaren later de voormalige stalhouderij annex koetshuis. De monumentenstatus heeft het pand nooit gehaald, toch blijft het voormalige hotel een verrijking voor het centrum.
MIP-fotoserie
Het Monumenten Inventarisatie Project
Spoorstraat 22 en 24 Voormalig Hotel de Moriaan (foto 1987)
Ooit vormden Spoorstraat 22 en 24 samen het gerenommeerde hotel De Moriaan van de familie Eijsink. Nog altijd is dit een fraai beeldversterkend pand in de Spoorstraat, op de hoek met de Blankenburgerstraat. Het hotel, waarvan de gevel in 1987 nog redelijk origineel was, werd in deze omvang zo rond 1895 gebouwd.
In 1987 was in het rechterdeel de speelgoedwinkel van Annie Strengers nog net open. Een jaar later zou Intertoys hier een winkel openen. Op nummer 24 was toen keurslagerij Jan Mensing gevestigd.
Hotel De Moriaan
In 1808 kocht Gerhardus Eijsink uit Haaksbergen het zogenaamde Mantenshuis op de hoek van de huidige Spoorstraat met de Blankenburgerstraat. Het pand werd ingericht als logement. Het kreeg aanvankelijk de naam ‘De Keizerskroon’, later ‘De Moriaan’. Volgens het archief van de familie Eijsink werd hotel De Moriaan in 1816 in gebruik genomen. Na 1850 kwamen ook twee naast staande panden in de Spoorstraat in het bezit van Eijsink, waarvan het meest linker pand werd ingericht als koetshuis en stalhouderij. Het andere pand werd samen met het oude logement, het Mantenshuis, verbouwd zodat het steeds meer de allure van een respectabel hotel kreeg.
Eijsink generatie I als hotelhouder
Gerhardus (Gerhard) Eijsink (1767-1833) was in 1796 gehuwd met Gerharda Maria (Gerharda) Wiedenbroek (1764-1825). Zij kregen elf kinderen, waarvan er vijf volwassen werden. Opvolger in het hotel werd zoon Gerhardus Johannes Eijsink, geboren in 1808.
Eijsink generatie II als hotelhouder
Hotelhouder Gerhardus Johannes Eijsink (1808-1884) huwde in 1831 met Geertrui Schuurmans (1805-1837) van Hotel Stad Munster in Winterswijk. Na haar overlijden hertrouwde Eijsink in 1839 met haar zuster Helena Schuurmans (1812-1859). Uit het eerste huwelijk werden vier kinderen geboren, waarvan alleen drie dochters volwassen werden. Nazaten uit dit huwelijk zijn de Ottinks van café Ottink (nu Zeezicht). Het tweede huwelijk telde negen kinderen. Deze werden volwassen, maar drie dochters en een zoon overleden ongehuwd en op jonge leeftijd. De oudste zoon Bernard Eijsink werd door zijn huwelijk boer op het erve Kagelink in Diepenheim (Markvelde). De tweede zoon Floris werd de opvolger in het hotel en Gerard, zoon nummer drie, werd priester.
Na het overlijden van zijn tweede vrouw hertrouwde GJ Eijsink voor de derde keer. Dit keer met de weduwe Gerharda Oostendorp. Zij was eerder gehuwd met Hermanus Horstink, landbouwer op het erve Roossink (bekend van de schaapskooi!) in de buurschap Honesch. Beide huwelijken van Gerharda waren kinderloos. GJ Eijsink overleefde ook zijn derde vrouw. In 1869 werd hij voor de derde keer weduwnaar. GJ Eijsink was van 1851 tot zijn dood in 1884 wethouder van Haaksbergen.
Eijsink generatie III als hotelhouder
Florentinus Rudolphus Christianus (Floris sr.) Eijsink (1841-1913) volgde zijn vader op als logement- of hotelhouder op ‘de Moriaan’. Hij huwde in 1877 met Wilhelmina M.E. Böckers (1856-1880) uit Heek (Westfalen). Zij kregen een dochtertje dat al na negen maanden overleed. Na het overlijden van zijn vrouw in 1880 hertrouwde Floris in 1882 met Aleida M.G. (Aleida) Westerman (1849-1908) uit Lichtenvoorde. Uit dit laatste huwelijk werden zes kinderen geboren, drie jongens en drie meisjes, maar hiervan werden er maar twee volwassen: Mine (1886) en Floris jr (1893). Mine Eijsink huwde in 1913 met Leo ten Brink. Deze was manufacturier en oprichter van de Wollenstoffenfabriek in Haaksbergen. Na het overlijden van Leo in 1924 hertrouwde Mina in 1927 met diens broer Hugo ten Brink. Hugo was koopman en vanaf 1918 directeur van de Wollenstoffenfabriek, een textielfabriek die stond op de plek van de TKF. Ook Floris sr. overleefde zijn vrouwen. Vanaf 1908 was hij voor de tweede keer weduwnaar. Floris sr. was directeur van het Pancratius-kerkkoor en vele jaren gemeenteraadslid. Hij overleed in 1913. Als hotelhouder werd hij opgevolgd door Floris jr.
Eijsink generatie IV als hotelhouder en sluiting hotel
F.R. (Floris Richardus) Eijsink alias Floris jr. (1893-1982), volgde zijn vader aanvankelijk op als hotelhouder op de Moriaan. Vader en zoon waren cultureel onderlegd. In ieder geval was Floris sr. lid van de Rederijkerskamer De Vijfhoek. Sinds 1887 had de vereniging onderdak gekregen in hotel De Moriaan, waar voldoende ruimte was voor een toneel. Wekelijks waren er zogenaamde oefenvergaderingen en maandelijks voordracht- en toneelavonden voor leden en genodigden.
In 1916 huwde Floris jr. met Adéle Berentelg uit Mettingen. Floris jr. zou in de horeca niet gelukkig worden. Samen met zijn zwager Ten Brink, gehuwd met zijn zuster Mine Eijsink, richtte hij in 1916 de Wollenstoffenfabriek op (op de locatie waar nu de TKF staat). Een succes werd deze onderneming niet. In 1922 viel het doek. In 1918 was hotel De Moriaan reeds gesloten. Het echtpaar Eijsink vertrok toen naar Osnabrück en vestigde zich uiteindelijk in Deventer, waar Floris en zijn vrouw een manufacturenzaak begonnen. Floris en Adéle kregen zeven kinderen. De oudste drie werden in Haaksbergen geboren, waarvan de jongste na drie maanden geleefd te hebben in 1920 overleed. De jongste vier kinderen werden elders geboren.
Het voormalige hotel De Moriaan werd in de periode 1919-1927 in drie delen werd verkocht. Als eerste kreeg het hoekpand (rechts op de foto) in 1919 een nieuwe eigenaar, namelijk de familie Konings uit Winterswijk. Later had Annie Strengers hier haar galanterie- en speelgoedzaak. Tot 2020 was hier de winkel van Intertoys gevestigd. Het linkerdeel van het hotel werd in 1925 door slager Brummelhuis gekocht en kapper Klunder kocht enkele jaren later de voormalige stalhouderij annex koetshuis. De monumentenstatus heeft het pand nooit gehaald, toch blijft het voormalige hotel een verrijking voor het centrum.
MIP-fotoserie
Het Monumenten Inventarisatie Project