De foto van de Markt werd genomen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Het huidige oude gemeentehuis is hier reeds in gebruik. Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 was het gebouw nog in aanbouw. Links van het gemeentehuis de dokterswoning van de familie Ottink, Markt 2 (vanaf 1942 woning en praktijk van de huisarts Scaf, nu 'De Kornuiten'). Dit pand was reeds voor de oorlog opgeleverd.
Het wegennet in het centrum was in 1937 vernieuwd, waarbij ook de Markt van (nieuwe) bestrating was voorzien. De oude bomen uit de 19e eeuw waren hiervoor gekapt en in het najaar van 1937 vervangen door 18 nieuwe linden. De toenmalige burgemeester Jhr. von Heyden plantte bij de geboorte van prinses Beatrix op 31 januari 1938 een 19e lindeboom.
Deze ansichtkaart werd op 14 augustus 1943 vanuit Haaksbergen gepost voor de “Zeer Eerwaarde Heer J. Brandsma, Pastoor, Veldmaat Haaksbergen”. Voor deze ‘verre bestemming’ werd de kaart voorzien van een postzegel van 5 cent. De afzender was de Haaksbergse pastoor H.E. Elberssen, die daarna kennelijk op vakantie ging. Hij schrijft namelijk:
“Voor ik op reis ga nog een extra “geluk” wensch voor morgen en tot in lengte van dagen in goede nabuurschap, je Henricus Elberssen”.
Het handschrift van de Haaksbergse parochieherder lijkt wel het handschrift van een arts, het is namelijk zeer moeilijk te lezen. Het lijkt alsof hij “geluk” tussen aanhalingstekens heeft geplaatst en dat zal niet zonder reden zijn.
Brandsma
In elk geval vierde pastoor Jetze Brandsma op 14 augustus zijn verjaardag. In 1888 was hij te Roodhuis (Friesland) geboren. Op 15 augustus 1916 werd hij tot priester gewijd. De kaart van Elberssen kan dus om twee redenen zijn verstuurd: verjaardag en priesterwijding. Na zijn wijding
was Brandsma achtereenvolgens kapelaan in Limmen (NH), Harlingen en Groningen. In december 1933 werd hij benoemd tot bouwpastoor in De Veldmaat. In Haaksbergen werd op dat moment de herdersstaf al ruim 20 jaar gevoerd door pastoor Wienholts. De relatie met deze pastoor, die vanwege de groeiende bevolking voor de tweede keer een deel van zijn parochie-areaal moest afstaan, was mogelijk om deze reden niet hartelijk te noemen. Na het overlijden van Wienholts in 1941 werd de in 1886 in Amersfoort geboren Henricus Everhardus Elberssen benoemd tot zijn opvolger.
Verzet in de Haaksbergse pastorie
Elberssen staat in het dorp bekend als de ‘pastoor van het verzet’. Hij blijkt niet bang voor de bezetter. In zijn zondagse preken neemt hij geen blad voor de mond. Hij helpt onderduikers en verstrekt valse papieren en paspoorten, ook aan gestrande geallieerde militairen. Hij werd hierbij geholpen door secretarie-personeel van het gemeentehuis. De vervalsingen werden ’s avonds ‘klaargemaakt’ in het kippenhok dat in de pastorietuin stond. Het hiervoor benodigde materieel werd naderhand verstopt achterin het tabernakel. Het gros van het betrokken gemeentepersoneel moest naderhand onderduiken. Gerda Overbeek (1921-1998) was de enige persoon van het secretarie-personeel die niet is ondergedoken. Zij moest blijven om het verzet te vertellen wat de toenmalige NSB-burgemeester uitspookte en of er onraad was. Volgens aantekeningen van Rie Best-Otte (1927-2013) heeft zij dat uitstekend gedaan en is het jammer dat maar weinigen dit weten. Zij schijnt de spion in het net te zijn geweest!
Elberssen had ook een aandeel in de verdeling van distributiebonnen, die niet zelden ergens waren geroofd. Bij hem op de pastorie was van alles te verkrijgen wat elders niet meer te koop was: naaigaren, naalden, lucifers, olie, broodkaarten enz. Zelf was hij privé niet gehecht aan zijn spullen.Na een bombardement op Enschede schonk hij zijn meubilair aan getroffenen. Op de dag van de bevrijding was de pastorie één van de eerst gebouwen waar de nationale driekleur werd uitgestoken. Tijdens de bevrijding op 1 april 1945 beschadigde een Engelse tank met zijn loop een steunbeer van de kerk. Elberssen liet een herinneringssteen plaatsen met het opschrift: LIBERATIO A VI TEUTONICA Ao Di MCMXLV.I.IV. (bevrijdt van het Germaanse geweld of bevrijdt van de Duitsers anno 1945-1-4).
Pastoor Elberssen heeft na de oorlog niet lang van de vrijheid mogen genieten. Vrij onverwacht overleed hij op 2 juli 1947.
“geluk”
De reden dat Elberssen het woord “geluk” tussen klemmen heeft geplaatst heeft vermoedelijk te maken met een aantal droeve gebeurtenissen in het jaar 1943 in De Veldmaat. Begin mei 1943 werden Haaksbergen en de Veldmaatse parochie in rouw gedompeld. De april-mei staking had acht plaatsgenoten het leven gekost, waaronder drie parochianen uit De Veldmaat. De slachtoffers waren 3 mei bij de Broeierd in Enschede zogenaamd ‘op de vlucht neergeschoten’. Eén persoon wist aanvankelijk te ontkomen, maar werd een dag later weer opgepakt. Op 4 mei maakten de Duitsers bij het klooster Dolphia ook een einde aan zijn leven. Van de vijf niet-katholieke arbeiders waren er vier in De Veldmaat of directe omgeving woonachtig. Pastoor Brandsma heeft hiervan in zijn ‘dagboek’ uitvoerig verslag gedaan. Hij schrijft: “Om alle opspraak te voorkomen, werd uit voorzichtigheid een stille H. Mis voor de gevallenen opgedragen, die in Enschede reeds waren begraven. Deze droeve gebeurtenis maakte een diepe indruk op de parochianen en er heerste een grote en diepe verslagenheid. Rumoer werd niet gemaakt; men kan zeggen, dat men fluisterend met elkaar sprak. Het was een droeve gang, toen aan de familie van getroffenen, de dood van hun geliefde moest worden bekendgemaakt”. Eerder dat jaar waren ook de drie klokken in opdracht van de bezetter gevorderd en weggevoerd. Brandsma schrijft: “De droeve gebeurtenissen van dit jaar hebben hun invloed wel doen gelden. Het spreekwoord: ‘Nood leert bidden’, kwam wel tot uiting”.
Pastoor Brandsma is na de bevrijding nog ruim 17 jaar parochieherder van De Veldmaat geweest. Hij overleed nieuwjaarsnacht 1963.
Bronnen:
Pancratiuskerk; Het gezicht van Haaksbergen.
Gouden Jubileum parochie Bonifatius en Gez. Veldmaat 1934-1984.
75 jaar Veldmaat 1934-2009.
Aantekeningen van Rie Best-Otte, Johan Overbeek en pastoor Brandsma.