Foto van de week 16 - 22 september 2019
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
ANSICHTEN afl. 58 Haaksbergen, Buursermeertje
Een bekende en geliefde plek in onze gemeente is het Buursermeertje. Eind jaren dertig van de vorige eeuw kwamen (textiel)arbeiders uit Enschede hier al recreëren. De waterplas biedt nog steeds vertier voor jong en oud. Niet iedereen zal zich beseffen dat het geen natuurlijke plas is. Het Buursermeertje is ontstaan door noeste arbeid van velen. De plas werd met de hand uitgegraven in opdracht van textielfabrikant Van Heek.
Aankoop Buurserzand
Jan Bernard (Bernard) van Heek (1863-1923), firmant van ‘Van Heek & Co’ in Enschede, had de kern van het huidige natuurgebied het Buurserzand in 1905 gekocht bij de verdeling van de marke Honesch. Het betrof op dat moment ruim 56 ha heidegrond. Door een doeltreffende aankoopstrategie wist Van Heek het terrein tussen 1905 en zijn overlijden in 1923 tot 311 ha te vergroten.
Het huidige natuurgebied bestaat voor ruim de helft uit voormalige markegrond van Honesch (kant Haaksbergen, waaronder het Waarveld en de Steenhaar). Het andere deel, met het Buursermeertje en boerderij de Bommelas, ligt in Buurse. Deze grond was ooit gemeenschappelijke grond van de marke Buurse, waarvan de verdeling al in de 19e eeuw plaatsvond.
De grond waar nu het Buursermeertje ligt kocht Van Heek in 1906 van Johannes Rutgerus ter Huurne (1845-1920) van het erve de Meijer (Porikweg 4) in Buurse. Het maakte deel uit van een perceel heide dat 19,5 ha groot was. Ter Huurne (de Meijer) had deze veldgrond toebedeeld gekregen bij de markedeling. Kennelijk zag hij de ontginning van deze ‘arme’ grond niet zitten en kon hij door deze verkoop mooi een paar centen beuren.
Achtertuin Zonnebeek
Van Heek had de gronden, die we nu tezamen als het Buurserzand kennen, gekocht als ‘achtertuin’ van zijn ‘Huis Zonnebeek’ in de buurschap Rutbeek. Deze fraaie villa was, onder architectuur van Beltman, in 1906 gebouwd voor hem en zijn Amerikaanse echtgenote Edwina Burr Ewing (1872-1945).
Openluchtmuseum
Bernard van Heek wilde in het Buurserzand een soort openluchtmuseum stichten. Een los hoes, ‘De Bommelas’, maakte historisch gezien al onderdeel uit van het terrein en had hij dus al tot zijn beschikking. Verder liet hij een windmolen, ‘De Stenderkast’ uit Usselo, in het Buurserzand opbouwen. Door zijn vroege overlijden is het museum nooit van de grond gekomen. De aanleg van het Buursermeertje zal waarschijnlijk onderdeel hebben uitgemaakt van de plannen voor ‘het museumpark’, dat Van Heek voor ogen had.
Aanleg Buursermeertje
Het Buursermeertje werd volgens mondelinge overlevering omstreeks 1915 ontgraven door een grote ploeg polderwerkers, die gelegerd waren in een barak in de omgeving van het Laakmors. Voor de verzorging van de was en het eten was er ook een vrouwelijk lid aan de ploeg toegevoegd, die in de volksmond ‘Polder Truu’ genoemd werd. Ook diverse omwonende landbouwers (mogelijk 3 x Scholten: -Laakmors, - Koekoek en -Smidboer) maakten voor lange of kortere tijd deel uit van de ploeg. Onder hen was in ieder geval een Scholten en ook een Nijhuis, bijgenaamd ‘Venn’n Hendrik’.
De vrijgekomen grond werd gebruikt voor de aanleg van enkele heuveltjes. Tussen ‘De Bommelas’ en het Buursermeertje liggen een zestal afgeplatte heuvels. Drie ervan zijn beplant met bomen, waaronder rode beuken. Deze zijn zeker aangelegd met de vrijgekomen grond. De andere drie zijn niet beplant met bomen. Op één hiervan staat een oude markepaal, die de grens tussen Buurse en Honesch markeert. Of deze laatste drie heuvels ook aangelegd zijn is onduidelijk. De hogere bult langs het fietspad bij het wildrooster, iets voorbij het Buursermeertje in de richting van de Bommelas, is hoogstwaarschijnlijk een stuifduin. Een stuifduin ontstond als de wind vat kreeg op bloot gekomen zandbodems, die vroeger konden ontstaan bij een te intensieve begrazing van schapen. Het zand werd daarbij rond een boom of struik opeen geblazen.
Schenking aan NM
Van Heeks weduwe, Edwina van Heek-Burr Ewing, schonk het Buurserzand, op dat moment ruim 300 ha groot, in 1929 aan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (nu Natuurmonumenten), waarmee het Buurserzand het eerste bezit van deze vereniging in Overijssel werd.
Recreatie
Het Buursermeertje werd al snel een geliefd recreatieoord, vooral voor inwoners van Enschede. Buurse behoorde tot de belangrijkste recreatieterreinen van deze textielstad. Met de kanalisatie van de Buurserbeek in jaren 1937-1938, mochten de beekoevers niet meer betreden worden en had de oeverrecreatie zich verplaatst van de beek naar het Buursermeertje.
Uit het Twentsch Dagblad Tubantia en de Enschedesche Courant van 2 juli 1947 blijkt het volgende:
‘In den oorlog is de gewoonte ontstaan dat de Buurserbeek en het Buursermeertje worden gebezigd als zwem- en badgelegenheid. Het gevolg is geweest, dat een zeer groot aantal mensen tijdens de hitteperiode hier verfrissing zocht. Helaas zijn er onder deze mensen enkelen, die door kledij aanstoot geven. Daar komt bij dat een groot aantal baders niet kan zwemmen en aan groote gevaaren blootstaat.
Een en ander heeft tot gevolg dat het Hoofd van Politie heeft besloten het zwemmen en baden in het openbaar met ingang van heden te verbieden en slechts toe te staan in de beek nabij de Oostendorper- watermolen. De politie zal steng toezien en verbaliserend optreden, zodra zij dit nodig acht’.
Het gevolg van dit bericht is geweest dat dezelfde krant een dag later ingezonden stukken publiceerde van recreanten uit Enschede, die het niet met het verbod eens waren. Vooral het argument ‘der aanstoot gevende kleedij’ kan allerminst worden gedeeld….. en …….‘Vooral de jeugd wordt nu een prachtstuk zwemwater ontnomen’.
In juni 1948 meldt het Twentsch Dagblad Tubantia dat de gymnastiekverening Vlugheid en Kracht met haar jongste leden een uitstapje heeft gemaakt naar het Buursermeertje. ‘In het prachtige natuurreservaat werden enkele uren met spelletjes etc. doorgebracht, terwijl de kinderen op verversingen en versnaperingen getracteerd werden. Het was een verrassing voor de kleintjes toen er twee wagens met paarden kwamen, waarop de terugtocht naar huis aanvaard werd’.
Uitgave ansichtkaart
De foto die voor deze ansicht is gebruikt zal omstreeks 1960 zijn genomen. De fotograaf had zijn rechten in ieder geval aan twee uitgevers verkocht: Uitgeverij Twente in Hengelo en Ancards Enschede. De uitgave van de eerste werd aan de man gebracht door ‘J.A.J. Strengers & Zn., Souvenirs Speelgoederen en Luxe- en Huish. art.’. Deze kaart is voorzien van een postzegel van 7 cent en in 1965 door ‘Jopie’ gepost voor de familie Van der Horst te Leeuwarden. De tweede kaart, die ik bezit, betreft een uitgave van Ancards, die werd verkocht door ‘Suprette-Café-Restaurant-Dancing H. Winkelman in Buurse’. ‘Jan, Lobke, Aart en Loes’ stuurden de kaart naar de heer A. Bos, die dan in het ziekenhuis van Alkmaar verblijft. De kaart is voorzien van een postzegel van 25 cent, waarvan de datum van de poststempel niet te lezen is. Het betreft een speciale zegel met daarop drie koeien met opschrift ‘Rundvee Stamboek’. Deze zegel verscheen op 30 juli 1974 ter gelegenheid van het eeuwfeest van de vereniging Het Nederlandsche Rundvee-Stamboek.
Foto afkomstig van de Facebookpagina Oud-Haaksbergen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568, geüpload met commentaar door Eric Ooink van de Historische Kring Haaksbergen